Zeven decennia na de Watersnoodramp is van 105 slachtoffers nog altijd onduidelijk wie ze zijn. DNA-onderzoek kan uitsluitsel geven, maar veel nabestaanden staan geen genetisch materiaal af. De politie en het NFI roepen ze op om dat wel te doen.
De oproep wordt onder meer gedaan door Hans Geldof, forensisch onderzoeker bij de politie Zeeland-West-Brabant, in een podcast van het AD en de krant PZC.
Geldof wist de afgelopen jaren een paar keer nabestaanden te koppelen aan vermisten die omkwamen bij de Watersnoodramp in 1953. Van 105 mensen staat nog altijd niet vast wie ze zijn. Bij de ramp kwamen in totaal 1836 mensen om het leven.
Over een paar maanden gaat Hans Geldof met pensioen, maar hij wil doorgaan met DNA-onderzoek. Probleem is dat de tijd dringt. "Het kan nog steeds. Als er binnen die familie nog ouderen zijn die bereid zijn om DNA af te staan, dan geeft dat weer hoop. We kunnen die kans nog pakken, voordat het te laat is", zegt hij in de podcast.
'Doe het voor je familie'
Zijn pleidooi wordt gesteund door een deskundige van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI), Carla van Dongen. "Ik zou iedereen van harte willen oproepen om mee te doen. Ook al is het niet voor jezelf, dan misschien voor andere mensen binnen de familie, die toch willen weten waar die vermiste persoon is gebleven."
In 2011 werd het mogelijk om naamloze graven te openen. Daarna werden zo'n dertig graven gelicht om er DNA af te nemen. Tot nu toe heeft dat volgens PZC in drie gevallen concreet tot een match geleid.
Ad de Bel raakte als 15-jarige zijn moeder kwijt tijdens de watersnoodramp. Door DNA-onderzoek kon zij tientallen jaren later worden geïdentificeerd, ze lag in een anoniem graf in Yerseke. Hij deed in 2018 zijn verhaal., klik hier.