Internettoegang is in de Westerse wereld tegenwoordig bijna een basisbehoefte. Maar in andere landen en in afgelegen gebieden is toegang tot het internet veel minder vanzelfsprekend. Diverse techbedrijven proberen daar verandering in te brengen met satellieten die voorzien in toegang tot het internationale netwerk der netwerken.
Hoewel er meerdere techbedrijven werken aan een netwerk van satellieten, hebben ze allemaal één doel: overal ter wereld internettoegang mogelijk maken. Ook nu in 2019 blijken er namelijk nog plekken te zijn waar de tegenwoordig schamele capaciteit van één megabit per seconde nog niet gehaald wordt. Op die plekken is men afhankelijk van inbel- of DSL-verbindingen, als er al toegang tot internet is.
Door internet via satellieten aan te bieden, is het niet nodig om in deze gebieden te gaan graven voor de aanleg van kabels. Of graaf- en bouwwerkzaamheden om zendmasten en antennes te plaatsen, met dan ook kabels daarheen. Satellietinternet maakt dat allemaal overbodig. Vanuit de ruimte kan immers ieder afgelegen hoekje van een land en ieder dichtbevolkt gebied van een netwerk worden voorzien.
Dat betekent ook dat er een enorme markt beschikbaar wordt. Diverse bedrijven werken dan ook aan een eigen netwerk van satellieten voor internettoegang. Toch is er nog veel onduidelijk. Zo weten we nog niet wat de capaciteit van die netwerken wordt en welke prijs daarvoor gerekend gaat worden. Bovendien zijn er grote verschillen tussen de bedrijven en de status van hun werkzaamheden.
